Beginselverklaring
De vrijmetselarij biedt mannen van deze tijd een methode om te komen tot persoonlijke zingeving en ethische plaatsbepaling. Door het gebruik van symbolen en het ondergaan en het gezamenlijk beleven van rituelen, tekent zich voor de bewust levende man een weg van persoonlijke groei en ontwikkeling af. Deze weg helpt hem zicht te plaatsen ten opzichte van zichzelf, de medemens en datgene wat hij als leidinggevende kracht in zijn leven aanvaardt.
De vrijmetselaar ziet zichzelf symbolisch als ruwe steen, een steen die bewerkt moet worden om een plek – zijn plek – in de samenleving in te nemen. Een samenleving die hij ziet als een te voltooien bouwwerk.
Orde Der Vrijmetselaren
De Orde heeft in de loop van de tijd steeds in haar Ordewetgeving een beschrijving opgenomen van wat in een bepaald tijdbestek gezien werd als het meest kenmerkende van Vrijmetselarij, van de Orde en van het lidmaatschap daarvan. Deze tekst luidt nu zoals neergelegd
Orde Wetgeving
1. Een Vrijmetselaar is een vrij man van goede naam, die is ingewijd in een tot de Orde behorende Loge, dan wel in een Loge die werkt onder een door de Orde erkende Grootloge. Hij werkt, samen met andere Vrijmetselaren, met behulp van symbolen en rituelen aan zijn persoonlijke vorming. Deze symbolen en rituelen zijn door de traditie gegeven; zij worden door de Vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd. De gezamenlijke arbeid stimuleert hem ook naar vermogen bij te dragen aan een betere samenleving. De Vrijmetselaar zoekt dat wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt, opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen. Daarbij aanvaardt hij een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld, die hij ziet als een te voltooien bouwwerk waarvan ieder mens een levende bouwsteen is. Hij verricht die arbeid in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als ‘Opperbouwmeester des Heelals’. De Vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.
2. Vrijmetselarij wordt beoefend in plaatselijke verenigingen, Loges genaamd. Vrijmetselaren betrachten verdraagzaamheid en streven naar harmonie; mede daardoor kunnen de Loges ontmoetingsplaatsen zijn voor mannen met uiteenlopende achtergronden, levensbeschouwingen en inzichten. De gezamenlijke arbeid leidt tot beleving van verbondenheid van alle Vrijmetselaren. Deze verbondenheid wordt broederschap genoemd.
3. De ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’ is het organisatorisch verband waarbinnen de voorwaarden worden geschapen om Vrijmetselarij te kunnen beoefenen in de traditie waarin zij dat sedert haar oprichting heeft gedaan.
4. De Orde eist van haar leden gehoorzaamheid aan de wetten des lands zolang en voor zover die wetten geen beperkingen inhouden van de vrijheid van meningsuiting en vereniging.
5. De Orde onderhoudt vriendschappelijke betrekkingen met door haar erkende Grootloges in het buitenland. Mede hierdoor zorgt zij ervoor dat haar leden ook daar kunnen werken, zodat de broederketen de gehele wereld omspant.